Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. incarneren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor incarneren (Nederlands) in het Zweeds

incarneren:

incarneren werkwoord (incarneer, incarneert, incarneerde, incarneerden, geïncarneerd)

  1. incarneren (in een ander lichaam terugkeren)
    ge kroppslig gestalt åt; reinkarnera
    • ge kroppslig gestalt åt werkwoord (ger kroppslig gestalt åt, gav kroppslig gestalt åt, givit kroppslig gestalt åt)
    • reinkarnera werkwoord (reinkarnerar, reinkarnerade, reinkarnerat)

Conjugations for incarneren:

o.t.t.
  1. incarneer
  2. incarneert
  3. incarneert
  4. incarneren
  5. incarneren
  6. incarneren
o.v.t.
  1. incarneerde
  2. incarneerde
  3. incarneerde
  4. incarneerden
  5. incarneerden
  6. incarneerden
v.t.t.
  1. ben geïncarneerd
  2. bent geïncarneerd
  3. is geïncarneerd
  4. zijn geïncarneerd
  5. zijn geïncarneerd
  6. zijn geïncarneerd
v.v.t.
  1. was geïncarneerd
  2. was geïncarneerd
  3. was geïncarneerd
  4. waren geïncarneerd
  5. waren geïncarneerd
  6. waren geïncarneerd
o.t.t.t.
  1. zal incarneren
  2. zult incarneren
  3. zal incarneren
  4. zullen incarneren
  5. zullen incarneren
  6. zullen incarneren
o.v.t.t.
  1. zou incarneren
  2. zou incarneren
  3. zou incarneren
  4. zouden incarneren
  5. zouden incarneren
  6. zouden incarneren
diversen
  1. incarneer!
  2. incarneert!
  3. geïncarneerd
  4. incarnerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor incarneren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge kroppslig gestalt åt in een ander lichaam terugkeren; incarneren
reinkarnera in een ander lichaam terugkeren; incarneren