Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inklinken (Nederlands) in het Zweeds
inklinken:
-
inklinken
Conjugations for inklinken:
o.t.t.
- klink in
- klinkt in
- klinkt in
- klinken in
- klinken in
- klinken in
o.v.t.
- klonk in
- klonk in
- klonk in
- klonken in
- klonken in
- klonken in
v.t.t.
- heb ingeklonken
- hebt ingeklonken
- heeft ingeklonken
- hebben ingeklonken
- hebben ingeklonken
- hebben ingeklonken
v.v.t.
- had ingeklonken
- had ingeklonken
- had ingeklonken
- hadden ingeklonken
- hadden ingeklonken
- hadden ingeklonken
o.t.t.t.
- zal inklinken
- zult inklinken
- zal inklinken
- zullen inklinken
- zullen inklinken
- zullen inklinken
o.v.t.t.
- zou inklinken
- zou inklinken
- zou inklinken
- zouden inklinken
- zouden inklinken
- zouden inklinken
en verder
- is ingeklonken
diversen
- klink in!
- klinkt in!
- ingeklonken
- inklinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor inklinken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lägga | inklinken | bijzetten; deponeren; leggen; neerzetten; plaatsen; situeren; zetten; zich afspelen |
placera | inklinken | bijzetten; deponeren; koloniseren; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; settelen; situeren; vestigen; wegleggen; zetten; zich afspelen |
ställa | inklinken | bijzetten; deponeren; leggen; neerzetten; op stal zetten; plaatsen; situeren; zetten; zich afspelen |
sätta | inklinken | bijzetten; leggen; neerzetten; plaatsen; situeren; zetten; zich afspelen |