Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inventariseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inventariseren (Nederlands) in het Zweeds

inventariseren:

inventariseren werkwoord (inventariseer, inventariseert, inventariseerde, inventariseerden, geïnventariseerd)

  1. inventariseren (de inventaris opmaken)
    inventera
    • inventera werkwoord (inventerar, inventerade, inventerat)
  2. inventariseren

Conjugations for inventariseren:

o.t.t.
  1. inventariseer
  2. inventariseert
  3. inventariseert
  4. inventariseren
  5. inventariseren
  6. inventariseren
o.v.t.
  1. inventariseerde
  2. inventariseerde
  3. inventariseerde
  4. inventariseerden
  5. inventariseerden
  6. inventariseerden
v.t.t.
  1. heb geïnventariseerd
  2. hebt geïnventariseerd
  3. heeft geïnventariseerd
  4. hebben geïnventariseerd
  5. hebben geïnventariseerd
  6. hebben geïnventariseerd
v.v.t.
  1. had geïnventariseerd
  2. had geïnventariseerd
  3. had geïnventariseerd
  4. hadden geïnventariseerd
  5. hadden geïnventariseerd
  6. hadden geïnventariseerd
o.t.t.t.
  1. zal inventariseren
  2. zult inventariseren
  3. zal inventariseren
  4. zullen inventariseren
  5. zullen inventariseren
  6. zullen inventariseren
o.v.t.t.
  1. zou inventariseren
  2. zou inventariseren
  3. zou inventariseren
  4. zouden inventariseren
  5. zouden inventariseren
  6. zouden inventariseren
en verder
  1. is geïnventariseerd
diversen
  1. inventariseer!
  2. inventariseert!
  3. geïnventariseerd
  4. inventariserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inventariseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inventera de inventaris opmaken; inventariseren
prospekt / re-write inventariseren