Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. jachtseizoen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jachtseizoen (Nederlands) in het Zweeds

jachtseizoen:

jachtseizoen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het jachtseizoen (jachttijd)
    jaktsäsong

Vertaal Matrix voor jachtseizoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jaktsäsong jachtseizoen; jachttijd jaagtijd

Verwante woorden van "jachtseizoen":

  • jachtseizoenen