Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kacheltje:
  2. kachel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kacheltje (Nederlands) in het Zweeds

kacheltje:

kacheltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kacheltje (kleine kachel)
    eld
    • eld [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kacheltje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eld kacheltje; kleine kachel brand; fik; vlammenzee; vreugdevuur; vuur; vuurtje; vuurzee

Verwante woorden van "kacheltje":


kacheltje vorm van kachel:

kachel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kachel (verwarming)
    kamin; kakelugn; spis
    • kamin [-en] zelfstandig naamwoord
    • kakelugn [-en] zelfstandig naamwoord
    • spis [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kachel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kakelugn kachel; verwarming fornuis; kookkachel
kamin kachel; verwarming
spis kachel; verwarming fornuis; gerecht; keukenfornuis; kooktoestel; schotel; stookinrichting

Verwante woorden van "kachel":


Wiktionary: kachel


Cross Translation:
FromToVia
kachel kamin stove — heater
kachel kamin; spis four — (cuisine) ouvrage de maçonnerie voûter en rond, avec une seule ouverture par-devant, et dans lequel on fait cuire, grâce à la chaleur concentrer, le pain, la pâtisserie, etc.
kachel kamin; spis fourneauappareil fixe ou portatif, généralement en tôle ou en fonte, servant à la cuisson des aliments, à faire bouillir de l’eau, etc.
kachel kamin poêle — Appareil de chauffage et de cuisson