Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kapitein:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kapitein (Nederlands) in het Zweeds

kapitein:

kapitein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kapitein (scheepsgezagvoerder; scheepskapitein)
    kapten
    • kapten [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de kapitein (schipper; scheepskapitein)
    kapten; skeppare
    • kapten [-en] zelfstandig naamwoord
    • skeppare [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de kapitein (bevelhebber; aanvoerder; commandant)
    commandeur

Vertaal Matrix voor kapitein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commandeur aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein
kapten kapitein; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper aanvoerder; bevelhebber; captain; commandant; directeur; gezagvoerder; hoofd; hoofdman; leider; overste; vliegtuigkapitein; vlootschipper
skeppare kapitein; scheepskapitein; schipper kapiteins; scheepsgezagvoerders; scheepskapiteins; scheper; schippers

Verwante woorden van "kapitein":


Wiktionary: kapitein

kapitein
noun
  1. beroep|nld scheepvaart|nld gezaghebber op een schip

Cross Translation:
FromToVia
kapitein kapten captain — The person lawfully in command of a sea-going vessel
kapitein kapten captain — The person lawfully in command of an airliner
kapitein kapten KapitänMilitär: oberste Kommandoinstanz an Bord eines Schiffes
kapitein kapten capitaine — Celui ou celle qui commande un navire