Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kas (Nederlands) in het Zweeds

kas:

kas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kas (kassa)
    kassaapparat

Vertaal Matrix voor kas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kassaapparat kas; kassa

Verwante woorden van "kas":

  • kassen

Wiktionary: kas


Cross Translation:
FromToVia
kas växthus; drivhus greenhouse — building in which plants are grown more quickly than outside
kas kassa Kasse — ein abschließbarer Behälter zur Aufbewahrung von Geld (Geldscheine, Münzen)
kas kassa Kasse — vorhandene Geldmittel
kas kassa Kasse — ein Schalter zur Abwicklung von Zahlungsvorgängen
kas kassa Kasse — ein Institut
kas kassa Kasse — eine öffentliche Einrichtung (Amt)

Verwante vertalingen van kas