Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kelken:
  2. kelk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kelken (Nederlands) in het Zweeds

kelken:

kelken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kelken (bloemkronen)
    källa
    • källa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kelken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
källa bloemkronen; kelken bakermat; bron; bron van potentiële klant; bronvoorziening; gegevensbron; informante; oorsprong; rivierbron; tipgeefster

Verwante woorden van "kelken":


kelk:

kelk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kelk
    pokal; bägare; remmare
    • pokal [-en] zelfstandig naamwoord
    • bägare [-en] zelfstandig naamwoord
    • remmare zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kelk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bägare kelk beker; drinkbeker; kelkje; kroes; mok; pul; trofee
pokal kelk beker; bokaal; cup
remmare kelk roemer

Verwante woorden van "kelk":