Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kindsheid:
  2. kinds:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kindsheid (Nederlands) in het Zweeds

kindsheid:

kindsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kindsheid
    senilitet; barndom; ålderdomsslöhet

Vertaal Matrix voor kindsheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barndom kindsheid jeugd; kinderjaren; kindertijd
senilitet kindsheid seniel worden
ålderdomsslöhet kindsheid

Verwante woorden van "kindsheid":


kindsheid vorm van kinds:

kinds bijvoeglijk naamwoord

  1. kinds
    barnslig; barnsligt

Vertaal Matrix voor kinds:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnslig kinds infantiel; jongensachtig; ondermaats; onvolgroeid; overdreven kinderachtig
barnsligt kinds infantiel; jongensachtig; kinderachtig; kinderlijk; ondermaats; onvolgroeid; overdreven kinderachtig

Verwante woorden van "kinds":