Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kledders:
  2. kledder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kledders (Nederlands) in het Zweeds

kledders:

kledders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kledders (kwakken)
    droppar

Vertaal Matrix voor kledders:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droppar kledders; kwakken gedruppel; scheutjes

Verwante woorden van "kledders":


kledder:

kledder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kledder (klodder; kwak; lik)
    droppe; klick
    • droppe [-en] zelfstandig naamwoord
    • klick [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kledder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droppe kledder; klodder; kwak; lik borrel; drop; dropping; druppel; kleine slok; neut; slokje; staande receptie
klick kledder; klodder; kwak; lik factie; groepering; klont; klonter

Verwante woorden van "kledder":


Synoniemen voor "kledder":


Verwante definities voor "kledder":

  1. door en door1
    • deze jas is kleddernat1
  2. hoopje van een weke massa1
    • een kledder mayonaise1