Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kleintje:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kleintje (Nederlands) in het Zweeds

kleintje:

kleintje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kleintje (kind; klein meisje; kleuter; kleine jongen; klein kind)
    barn
    • barn [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het kleintje (klein kind; peuter; uk; )
    spädbarn; litet barn; baby

Vertaal Matrix voor kleintje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baby dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm baby; babytje; kind; kind dat aan de borst is; kindje; klein kind; kleuter; zuigeling
barn kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter kind
litet barn dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm klein kind; kleine; kleuter; wichtje
spädbarn dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm baby; kind; kind dat aan de borst is; kindje; klein kind; kleuter; vroegste kinderjaren; zuigeling

Verwante woorden van "kleintje":

  • kleintjes

Wiktionary: kleintje


Cross Translation:
FromToVia
kleintje unge baby — young animal