Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klusje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klusje (Nederlands) in het Zweeds

klusje:

klusje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klusje (karweitje)
    uppgift; syssla; jobb
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
    • syssla [-en] zelfstandig naamwoord
    • jobb [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klusje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jobb karweitje; klusje aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; contract; dienstbetrekking; functie; inspanning; installatie; job; karwei; positie; professie; taak; vak; werk; werkzaamheid
syssla karweitje; klusje arbeid; job; karwei
uppgift karweitje; klusje arbeid; bevelschrift; consigne; dwangbevel; job; karwei; kwestie; opdracht; opgaaf; opgave; order; probleem; taak; vraagstuk; zwaarte

Verwante woorden van "klusje":

  • klusjes

Verwante vertalingen van klusje