Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. koren:
  2. Wiktionary:
    • koren → kli


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koren (Nederlands) in het Zweeds

koren:

koren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de koren (zangkoren)
    körer
    • körer zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor koren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
körer koren; zangkoren

Verwante woorden van "koren":


Wiktionary: koren


Cross Translation:
FromToVia
koren kli sonrésidu de la mouture du blé et d’autres céréales, provenant du péricarpe des grains.