Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. korter maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor korter maken (Nederlands) in het Zweeds

korter maken:

korter maken werkwoord

  1. korter maken (verkorten; inkorten)
    förkorta; avkorta; korta ner; korta av
    • förkorta werkwoord (förkortar, förkortade, förkortat)
    • avkorta werkwoord (avkortar, avkortade, avkortat)
    • korta ner werkwoord (kortar ner, kortade ner, kortat ner)
    • korta av werkwoord (kortar av, kortade av, kortat av)

korter maken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. korter maken (inkorten; verkorten; bekorten)
    förkortande; avkortande

Vertaal Matrix voor korter maken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkortande bekorten; inkorten; korter maken; verkorten
förkortande bekorten; inkorten; korter maken; verkorten
korta av afkorten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkorta inkorten; korter maken; verkorten afkorten
förkorta inkorten; korter maken; verkorten afkorten
korta av inkorten; korter maken; verkorten
korta ner inkorten; korter maken; verkorten

Verwante vertalingen van korter maken