Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. laatst:
  2. laat:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor laatst (Nederlands) in het Zweeds

laatst:

laatst bijvoeglijk naamwoord

  1. laatst (onlangs; kortgeleden; recentelijk; )
    häromdagen; nyligen

Vertaal Matrix voor laatst:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nauwelijks; onlangs; zojuist
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- net; pas
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
häromdagen kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
nyligen kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk laatstelijk; net; nog maar pas; recent

Verwante woorden van "laatst":


Synoniemen voor "laatst":


Antoniemen van "laatst":


Verwante definities voor "laatst":

  1. nog maar korte tijd (geleden)1
    • laatst kwam ik Willem tegen1
  2. het kortst geleden1
    • de laatste tijd heb ik veel hoofdpijn1
  3. waar niets of niemand meer op volgt1
    • vandaag is de laatste schooldag van het jaar1

Wiktionary: laatst


Cross Translation:
FromToVia
laatst senast; förra last — Most recent
laatst sist last — Final
laatst nyligen; på senare tid recently — in the recent past

laat:

laat bijvoeglijk naamwoord

  1. laat
    sen
    • sen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor laat:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sen laat vervolgens

Verwante woorden van "laat":


Antoniemen van "laat":


Verwante definities voor "laat":

  1. verder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken is1
    • we gaan naar huis, het is al laat1

Wiktionary: laat


Cross Translation:
FromToVia
laat sent late — near the end of a period of time
laat livegen serf — semifree peasant
laat sen spätzeitlich fortgeschritten, kurz vor Schluss, gegen Ende

Verwante vertalingen van laatst