Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. leefbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leefbaar (Nederlands) in het Zweeds

leefbaar:

leefbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. leefbaar
    uthärdlig; uthärdligt

Vertaal Matrix voor leefbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uthärdlig leefbaar uithoudbaar
uthärdligt leefbaar draaglijk; duldbaar; gedoogbaar; te verdragen; toelaatbaar; tolereerbaar; uithoudbaar; verdraaglijk

Verwante woorden van "leefbaar":