Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. leerling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leerling (Nederlands) in het Zweeds

leerling:

leerling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de leerling (scholier)
    lärjunge; sudent; elev; pupill
    • lärjunge [-en] zelfstandig naamwoord
    • sudent zelfstandig naamwoord
    • elev [-en] zelfstandig naamwoord
    • pupill [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de leerling
    elev
    • elev [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leerling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elev leerling; scholier jonge leerling; jongmaat; jongmaatje; leerknecht; maatje; pupil; studente; volontair; vrouwelijke student
lärjunge leerling; scholier aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volgelinge; volger
pupill leerling; scholier
sudent leerling; scholier

Verwante woorden van "leerling":


Antoniemen van "leerling":


Verwante definities voor "leerling":

  1. wie iemands ideeën overneemt1
    • de apostelen waren leerlingen van Jezus1
  2. wie les krijgt1
    • er zitten driehonderd leerlingen op deze school1

Wiktionary: leerling


Cross Translation:
FromToVia
leerling elev pupil — student

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van leerling