Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. leggers:
  2. legger:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leggers (Nederlands) in het Zweeds

leggers:

leggers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de leggers (balken)
    tvärbalkar

Vertaal Matrix voor leggers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvärbalkar balken; leggers grendels

Verwante woorden van "leggers":


legger:

legger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de legger (opbergmap; map; ordner)
    mapp; arkiv; pärm
    • mapp [-en] zelfstandig naamwoord
    • arkiv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • pärm [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor legger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arkiv legger; map; opbergmap; ordner archief; vijl
mapp legger; map; opbergmap; ordner map; mapje; vijl; vouwwagen
pärm legger; map; opbergmap; ordner

Verwante woorden van "legger":


Wiktionary: legger


Cross Translation:
FromToVia
legger takläggare; golvläggare layer — person who lays things, such as tiles