Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. levensvatbaarheid:
  2. levensvatbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor levensvatbaarheid (Nederlands) in het Zweeds

levensvatbaarheid:

levensvatbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de levensvatbaarheid (groeikracht)
    vitalitet; livskraft

Vertaal Matrix voor levensvatbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
livskraft groeikracht; levensvatbaarheid levenskracht; vitaliteit
vitalitet groeikracht; levensvatbaarheid levenskracht; vitaliteit

Verwante woorden van "levensvatbaarheid":


levensvatbaarheid vorm van levensvatbaar:

levensvatbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. levensvatbaar
    livskraftig; livskraftigt; livsdugligt

Vertaal Matrix voor levensvatbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
livsdugligt levensvatbaar
livskraftig levensvatbaar doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig
livskraftigt levensvatbaar doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig

Verwante woorden van "levensvatbaar":