Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. machtiging:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor machtiging (Nederlands) in het Zweeds

machtiging:

machtiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de machtiging (autorisatie; volmacht; toestemming; fiat)
    fullmakt; bemyndigande; auktorisation
  2. de machtiging (autorisatie; toestemming; fiat)
    bemyndigande; berättigande; auktorisation
  3. de machtiging

Vertaal Matrix voor machtiging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auktorisation autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht
bemyndigande autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht bekrachtiging; bevestiging; officiersaanstelling
berättigande autorisatie; fiat; machtiging; toestemming bekrachtiging; bevestiging; justificatie; rechtvaardiging
fullmakt autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht algemene machtiging; algemene volmacht; brevet; licentie; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
behörighet machtiging toestemming

Verwante woorden van "machtiging":


Wiktionary: machtiging


Cross Translation:
FromToVia
machtiging tillåtelse autorisationaction d’autoriser.

Verwante vertalingen van machtiging