Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. magisch:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor magisch (Nederlands) in het Zweeds

magisch:

magisch bijvoeglijk naamwoord

  1. magisch
    magisk; magiskt
  2. magisch (toverachtig)
    förtrollande

Vertaal Matrix voor magisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtrollande vervoegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtrollande magisch; toverachtig
magisk magisch
magiskt magisch beheksend; betoverend

Verwante woorden van "magisch":

  • magische