Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. manchetten:
  2. manchet:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor manchetten (Nederlands) in het Zweeds

manchetten:

manchetten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de manchetten
    handlinningar; manschetter

Vertaal Matrix voor manchetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handlinningar manchetten
manschetter manchetten handboeien; handijzers

Verwante woorden van "manchetten":


manchet:

manchet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de manchet (manchetknoop)
    manschett; manschettknapp

Vertaal Matrix voor manchet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manschett manchet; manchetknoop
manschettknapp manchet; manchetknoop manchetknoopje

Verwante woorden van "manchet":


Wiktionary: manchet


Cross Translation:
FromToVia
manchet manschett cuff — The end of a shirt sleeve that covers the wrist
manchet drivspegel sabot — a carrier around projectile(s) in firearms, cannons and artillery which holds the projectile in precision within the barrel