Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal meesturen

Vertaal meesturen van Nederlands naar Zweeds

Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. meesturen:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meesturen (Nederlands) in het Zweeds

meesturen:

meesturen werkwoord (stuur mee, stuurt mee, stuurde mee, stuurden mee, meegestuurd)

  1. meesturen (meezenden; meegeven)
    skicka med
    • skicka med werkwoord (skickar med, skickade med, skickat med)

Conjugations for meesturen:

o.t.t.
  1. stuur mee
  2. stuurt mee
  3. stuurt mee
  4. sturen mee
  5. sturen mee
  6. sturen mee
o.v.t.
  1. stuurde mee
  2. stuurde mee
  3. stuurde mee
  4. stuurden mee
  5. stuurden mee
  6. stuurden mee
v.t.t.
  1. heb meegestuurd
  2. hebt meegestuurd
  3. heeft meegestuurd
  4. hebben meegestuurd
  5. hebben meegestuurd
  6. hebben meegestuurd
v.v.t.
  1. had meegestuurd
  2. had meegestuurd
  3. had meegestuurd
  4. hadden meegestuurd
  5. hadden meegestuurd
  6. hadden meegestuurd
o.t.t.t.
  1. zal meesturen
  2. zult meesturen
  3. zal meesturen
  4. zullen meesturen
  5. zullen meesturen
  6. zullen meesturen
o.v.t.t.
  1. zou meesturen
  2. zou meesturen
  3. zou meesturen
  4. zouden meesturen
  5. zouden meesturen
  6. zouden meesturen
en verder
  1. ben meegestuurd
  2. bent meegestuurd
  3. is meegestuurd
  4. zijn meegestuurd
  5. zijn meegestuurd
  6. zijn meegestuurd
diversen
  1. stuur mee!
  2. stuurt mee!
  5. meegestuurd
  6. meesturend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor meesturen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skicka med meegeven; meesturen; meezenden







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0133 seconde
Page rendered in 1.0 seconds