Nederlands
Uitgebreide vertaling voor merendeel (Nederlands) in het Zweeds
merendeel:
-
het merendeel
-
het merendeel (grootste deel; gros; meerderheid)
största delen-
största delen zelfstandig naamwoord
-
-
merendeel
Vertaal Matrix voor merendeel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
majoritet | merendeel | overmacht; overwicht; superioriteit |
mesta del | merendeel | |
största delen | grootste deel; gros; meerderheid; merendeel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
merendels | merendeel | |
vanlig | merendeel | alledaags; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair |
vanligt | merendeel | alledaags; alledaagse; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; gewoontegetrouw; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair |