Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. naderen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor naderen (Nederlands) in het Zweeds

naderen:

naderen werkwoord (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)

  1. naderen (dichterbij komen)
    närma; nalkas
    • närma werkwoord (närmer, närmde, närmt)
    • nalkas werkwoord (nalkar, nalkade, nalkat)
  2. naderen (tegemoetkomen; toenaderen)
    närma sig; avancera
    • närma sig werkwoord (närmar sig, närmade sig, närmat sig)
    • avancera werkwoord (avancerar, avancerade, avancerat)
  3. naderen (aanvliegen)
    flyga på
    • flyga på werkwoord (flyger på, flög på, flugit på)

Conjugations for naderen:

o.t.t.
  1. nader
  2. nadert
  3. nadert
  4. naderen
  5. naderen
  6. naderen
o.v.t.
  1. naderde
  2. naderde
  3. naderde
  4. naderden
  5. naderden
  6. naderden
v.t.t.
  1. ben genaderd
  2. bent genaderd
  3. is genaderd
  4. zijn genaderd
  5. zijn genaderd
  6. zijn genaderd
v.v.t.
  1. was genaderd
  2. was genaderd
  3. was genaderd
  4. waren genaderd
  5. waren genaderd
  6. waren genaderd
o.t.t.t.
  1. zal naderen
  2. zult naderen
  3. zal naderen
  4. zullen naderen
  5. zullen naderen
  6. zullen naderen
o.v.t.t.
  1. zou naderen
  2. zou naderen
  3. zou naderen
  4. zouden naderen
  5. zouden naderen
  6. zouden naderen
diversen
  1. nader!
  2. nadert!
  3. genaderd
  4. naderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

naderen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. naderen (tegemoetkomen)
    närande

Vertaal Matrix voor naderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
närande naderen; tegemoetkomen koesteren; koestering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avancera naderen; tegemoetkomen; toenaderen avanceren; bevorderd worden; helpen; hogerop komen; promoten; voorschieten; voorwaarts gaan; zich opwerken
flyga på aanvliegen; naderen
nalkas dichterbij komen; naderen
närma dichterbij komen; naderen naderbij komen
närma sig naderen; tegemoetkomen; toenaderen benaderen; toenaderen; voorschieten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
närande voedend; voedzaam

Antoniemen van "naderen":


Verwante definities voor "naderen":

  1. langzaam dichterbij komen1
    • het onweer nadert1

Wiktionary: naderen

naderen
verb
  1. In aantocht zijn

Cross Translation:
FromToVia
naderen stunda approach — to come or go near, in place or time; to draw nigh; to advance nearer

Verwante vertalingen van naderen