Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nascholing:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nascholing (Nederlands) in het Zweeds

nascholing:

nascholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de nascholing (bijscholing)
    fortbildning; extra träning

Vertaal Matrix voor nascholing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra träning bijscholing; nascholing
fortbildning bijscholing; nascholing