Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. naturel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor naturel (Nederlands) in het Zweeds

naturel:

naturel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de naturel
    infödd; inföding

Vertaal Matrix voor naturel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infödd naturel autochtoon; inboorling; inboorlinge; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner
inföding naturel inboorlinge
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infödd autochtoon; inheems; inheemse; inlands; inlandse

Verwante woorden van "naturel":

  • naturellen