Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. neerstorten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor neerstorten (Nederlands) in het Zweeds

neerstorten:

neerstorten werkwoord (stort neer, stortte neer, stortten neer, neergestort)

  1. neerstorten (doen neerstorten)
    nerstörta
    • nerstörta werkwoord (nerstörtar, nerstörtade, nerstörtat)
  2. neerstorten (naar beneden storten)
    störta; crasha
    • störta werkwoord (störtar, störtade, störtat)
    • crasha werkwoord (crashar, crashade, crashat)

Conjugations for neerstorten:

o.t.t.
  1. stort neer
  2. stort neer
  3. stort neer
  4. storten neer
  5. storten neer
  6. storten neer
o.v.t.
  1. stortte neer
  2. stortte neer
  3. stortte neer
  4. stortten neer
  5. stortten neer
  6. stortten neer
v.t.t.
  1. ben neergestort
  2. bent neergestort
  3. is neergestort
  4. zijn neergestort
  5. zijn neergestort
  6. zijn neergestort
v.v.t.
  1. was neergestort
  2. was neergestort
  3. was neergestort
  4. waren neergestort
  5. waren neergestort
  6. waren neergestort
o.t.t.t.
  1. zal neerstorten
  2. zult neerstorten
  3. zal neerstorten
  4. zullen neerstorten
  5. zullen neerstorten
  6. zullen neerstorten
o.v.t.t.
  1. zou neerstorten
  2. zou neerstorten
  3. zou neerstorten
  4. zouden neerstorten
  5. zouden neerstorten
  6. zouden neerstorten
diversen
  1. stort neer!
  2. stort neer!
  3. neergestort
  4. neerstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

neerstorten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. neerstorten (afstorten)
    störta ned

Vertaal Matrix voor neerstorten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
störta landing; terechtkomen; tuimelen; val; vallen
störta ned afstorten; neerstorten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crasha naar beneden storten; neerstorten
nerstörta doen neerstorten; neerstorten
störta naar beneden storten; neerstorten kelderen; neervallen; op de grond vallen; steil afhellen; steil vallen; sterk in waarde dalen; stormlopen

Verwante definities voor "neerstorten":

  1. plotseling naar beneden vallen1
    • het vliegtuig is neergestort1

Verwante vertalingen van neerstorten