Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ommuren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ommuren (Nederlands) in het Zweeds

ommuren:

ommuren werkwoord (ommuur, ommuurt, ommuurde, ommuurden, ommuurd)

  1. ommuren
    bygga in; mura in
    • bygga in werkwoord (bygger in, byggde in, byggt in)
    • mura in werkwoord (murar in, murade in, murat in)

Conjugations for ommuren:

o.t.t.
  1. ommuur
  2. ommuurt
  3. ommuurt
  4. ommuren
  5. ommuren
  6. ommuren
o.v.t.
  1. ommuurde
  2. ommuurde
  3. ommuurde
  4. ommuurden
  5. ommuurden
  6. ommuurden
v.t.t.
  1. heb ommuurd
  2. hebt ommuurd
  3. heeft ommuurd
  4. hebben ommuurd
  5. hebben ommuurd
  6. hebben ommuurd
v.v.t.
  1. had ommuurd
  2. had ommuurd
  3. had ommuurd
  4. hadden ommuurd
  5. hadden ommuurd
  6. hadden ommuurd
o.t.t.t.
  1. zal ommuren
  2. zult ommuren
  3. zal ommuren
  4. zullen ommuren
  5. zullen ommuren
  6. zullen ommuren
o.v.t.t.
  1. zou ommuren
  2. zou ommuren
  3. zou ommuren
  4. zouden ommuren
  5. zouden ommuren
  6. zouden ommuren
diversen
  1. ommuur!
  2. ommuurt!
  3. ommuurd
  4. ommurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ommuren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bygga in ommuren
mura in ommuren