Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. omspitten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omspitten (Nederlands) in het Zweeds

omspitten:

omspitten werkwoord (spit om, spitte om, spitten om, omgespit)

  1. omspitten (omploegen; omwerken; spitten; ploegen; omgraven)
    plöja; ploga
    • plöja werkwoord (plöjer, plöjde, plöjt)
    • ploga werkwoord (plogar, plogade, plogat)

Conjugations for omspitten:

o.t.t.
  1. spit om
  2. spit om
  3. spit om
  4. spitten om
  5. spitten om
  6. spitten om
o.v.t.
  1. spitte om
  2. spitte om
  3. spitte om
  4. spitten om
  5. spitten om
  6. spitten om
v.t.t.
  1. heb omgespit
  2. hebt omgespit
  3. heeft omgespit
  4. hebben omgespit
  5. hebben omgespit
  6. hebben omgespit
v.v.t.
  1. had omgespit
  2. had omgespit
  3. had omgespit
  4. hadden omgespit
  5. hadden omgespit
  6. hadden omgespit
o.t.t.t.
  1. zal omspitten
  2. zult omspitten
  3. zal omspitten
  4. zullen omspitten
  5. zullen omspitten
  6. zullen omspitten
o.v.t.t.
  1. zou omspitten
  2. zou omspitten
  3. zou omspitten
  4. zouden omspitten
  5. zouden omspitten
  6. zouden omspitten
diversen
  1. spit om!
  2. spit om!
  3. omgespit
  4. omspittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omspitten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ploga omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten schoffelen; wieden
plöja omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten schoffelen; wieden