Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onervarenheid:
  2. onervaren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onervarenheid (Nederlands) in het Zweeds

onervarenheid:

onervarenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onervarenheid
    oerfarenhet; brist på erfarenhet

Vertaal Matrix voor onervarenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brist på erfarenhet onervarenheid
oerfarenhet onervarenheid

Verwante woorden van "onervarenheid":


onervarenheid vorm van onervaren:

onervaren bijvoeglijk naamwoord

  1. onervaren (onbedreven; ongeoefend)
    ovan
    • ovan bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor onervaren:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ovan onbedreven; onervaren; ongeoefend niet gewend; ondeskundig; ongemeen; ongewoon; over

Verwante woorden van "onervaren":


Wiktionary: onervaren


Cross Translation:
FromToVia
onervaren oerfaren; flygfärdig fledgling — inexperienced
onervaren grön green — inexperienced