Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onvoorspelbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvoorspelbaar (Nederlands) in het Zweeds

onvoorspelbaar:

onvoorspelbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onvoorspelbaar (wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar)
    oberäknelig; flyktig; oberäkneligt; ombytligt; obeständigt; flyktigt

Vertaal Matrix voor onvoorspelbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flyktig grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
flyktigt grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig haastig; in het voorbijgaan; informeel; kortstondig; losjes; momentele; terloops; vluchtig; voorlopig; vrijblijvend
oberäknelig grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
oberäkneligt grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
obeständigt grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
ombytligt grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig variabel; variabele; variërend; wisselend; wisselvallig

Verwante woorden van "onvoorspelbaar":

  • onvoorspelbaarheid, onvoorspelbare

Wiktionary: onvoorspelbaar


Cross Translation:
FromToVia
onvoorspelbaar oförutsägbar unpredictable — unable to be predicted