Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opgelucht:
  2. opluchten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opgelucht (Nederlands) in het Zweeds

opgelucht:

opgelucht bijvoeglijk naamwoord

  1. opgelucht
    lättad

Vertaal Matrix voor opgelucht:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lättad opgelucht duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk

Verwante woorden van "opgelucht":

  • opgeluchte

opluchten:

opluchten werkwoord (lucht op, luchtte op, luchtten op, opgelucht)

  1. opluchten
    lätta; lugna; lindra; befria; avlösa
    • lätta werkwoord (lättar, lättade, lättat)
    • lugna werkwoord (lugnar, lugnade, lugnat)
    • lindra werkwoord (lindrar, lindrade, lindrat)
    • befria werkwoord (befriar, befriade, befriat)
    • avlösa werkwoord (avlöser, avlöste, avlöst)

Conjugations for opluchten:

o.t.t.
  1. lucht op
  2. lucht op
  3. lucht op
  4. luchten op
  5. luchten op
  6. luchten op
o.v.t.
  1. luchtte op
  2. luchtte op
  3. luchtte op
  4. luchtten op
  5. luchtten op
  6. luchtten op
v.t.t.
  1. ben opgelucht
  2. bent opgelucht
  3. is opgelucht
  4. zijn opgelucht
  5. zijn opgelucht
  6. zijn opgelucht
v.v.t.
  1. was opgelucht
  2. was opgelucht
  3. was opgelucht
  4. waren opgelucht
  5. waren opgelucht
  6. waren opgelucht
o.t.t.t.
  1. zal opluchten
  2. zult opluchten
  3. zal opluchten
  4. zullen opluchten
  5. zullen opluchten
  6. zullen opluchten
o.v.t.t.
  1. zou opluchten
  2. zou opluchten
  3. zou opluchten
  4. zouden opluchten
  5. zouden opluchten
  6. zouden opluchten
diversen
  1. lucht op!
  2. lucht op!
  3. opgelucht
  4. opluchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opluchten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avlösa opluchten
befria opluchten afhelpen; amnestie verlenen; banen; bevrijden; bevrijden van; detacheren; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; laten lopen; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; niet vasthouden; scheiden; van de boeien ontdoen; verlossen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten
lindra opluchten bedaren; beschijnen; kalmeren; lenigen; lessen; stillen; sussen; tot kalmte manen; verlichten; vermurwen; vertederen; vervriendelijken; verzachten
lugna opluchten bedaren; bemoedigen; doodzwijgen; geruststellen; kalmeren; ondersteunen; opbeuren; sussen; tot kalmte manen; troosten; vertroosten; volkomen negeren
lätta opluchten beschijnen; lenigen; verlichten; verzachten

Wiktionary: opluchten


Cross Translation:
FromToVia
opluchten göra lättare; underlätta erleichtern — psychischen Druck verringern oder beseitigen

Verwante vertalingen van opgelucht