Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opgenaaid:
  2. opnaaien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opgenaaid (Nederlands) in het Zweeds

opgenaaid:

opgenaaid bijvoeglijk naamwoord

  1. opgenaaid (opgestikt)
    påsydd; påsytt

Vertaal Matrix voor opgenaaid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
påsydd opgenaaid; opgestikt
påsytt opgenaaid; opgestikt

opnaaien:

opnaaien werkwoord (naai op, naait op, naaide op, naaiden op, opgenaaid)

  1. opnaaien (opstikken)
    sy fast; sy dit
    • sy fast werkwoord (syr fast, sydde fast, sytt fast)
    • sy dit werkwoord (syr dit, sydde dit, sytt dit)

Conjugations for opnaaien:

o.t.t.
  1. naai op
  2. naait op
  3. naait op
  4. naaien op
  5. naaien op
  6. naaien op
o.v.t.
  1. naaide op
  2. naaide op
  3. naaide op
  4. naaiden op
  5. naaiden op
  6. naaiden op
v.t.t.
  1. heb opgenaaid
  2. hebt opgenaaid
  3. heeft opgenaaid
  4. hebben opgenaaid
  5. hebben opgenaaid
  6. hebben opgenaaid
v.v.t.
  1. had opgenaaid
  2. had opgenaaid
  3. had opgenaaid
  4. hadden opgenaaid
  5. hadden opgenaaid
  6. hadden opgenaaid
o.t.t.t.
  1. zal opnaaien
  2. zult opnaaien
  3. zal opnaaien
  4. zullen opnaaien
  5. zullen opnaaien
  6. zullen opnaaien
o.v.t.t.
  1. zou opnaaien
  2. zou opnaaien
  3. zou opnaaien
  4. zouden opnaaien
  5. zouden opnaaien
  6. zouden opnaaien
en verder
  1. ben opgenaaid
  2. bent opgenaaid
  3. is opgenaaid
  4. zijn opgenaaid
  5. zijn opgenaaid
  6. zijn opgenaaid
diversen
  1. naai op!
  2. naait op!
  3. opgenaaid
  4. opnaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opnaaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sy dit opnaaien; opstikken
sy fast opnaaien; opstikken