Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. outfit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor outfit (Nederlands) in het Zweeds

outfit:

outfit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de outfit (uitrusting; outillage; versiering; )
    utrustning

Vertaal Matrix voor outfit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utrustning benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering apparatuur; bewapening; gareel; gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; harnas; instrument; instrumenten; toerusting; toom; tuig; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; versterken van de bewapening; werktuig; werktuigen

Verwante woorden van "outfit":

  • outfits