Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. overladen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overladen (Nederlands) in het Zweeds

overladen:

overladen werkwoord (overlaad, overlaadt, overlaadde, overlaadden, overladen)

  1. overladen (overstelpen; bedelven; begraven)
    överväldiga
    • överväldiga werkwoord (överväldigar, överväldigade, överväldigat)

Conjugations for overladen:

o.t.t.
  1. overlaad
  2. overlaadt
  3. overlaadt
  4. overladen
  5. overladen
  6. overladen
o.v.t.
  1. overlaadde
  2. overlaadde
  3. overlaadde
  4. overlaadden
  5. overlaadden
  6. overlaadden
v.t.t.
  1. ben overladen
  2. bent overladen
  3. is overladen
  4. zijn overladen
  5. zijn overladen
  6. zijn overladen
v.v.t.
  1. was overladen
  2. was overladen
  3. was overladen
  4. waren overladen
  5. waren overladen
  6. waren overladen
o.t.t.t.
  1. zal overladen
  2. zult overladen
  3. zal overladen
  4. zullen overladen
  5. zullen overladen
  6. zullen overladen
o.v.t.t.
  1. zou overladen
  2. zou overladen
  3. zou overladen
  4. zouden overladen
  5. zouden overladen
  6. zouden overladen
en verder
  1. heb overladen
  2. hebt overladen
  3. heeft overladen
  4. hebben overladen
  5. hebben overladen
  6. hebben overladen
diversen
  1. overlaad!
  2. overlaadt!
  3. overladen
  4. overladend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overladen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
överväldiga bedelven; begraven; overladen; overstelpen

Wiktionary: overladen


Cross Translation:
FromToVia
overladen nedtynga; överhopa accablerfaire succomber sous un poids.