Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. overnachten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overnachten (Nederlands) in het Zweeds

overnachten:

overnachten werkwoord (overnacht, overnachtte, overnachtten, overnacht)

  1. overnachten (logeren)
    övernatta; stanna över natten; tillbringa natten
    • övernatta werkwoord (övernattar, övernattade, övernattat)
    • stanna över natten werkwoord (stannar över natten, stannade över natten, stannat över natten)
    • tillbringa natten werkwoord (tillbringar natten, tillbringade natten, tillbringat natten)

Conjugations for overnachten:

o.t.t.
  1. overnacht
  2. overnacht
  3. overnacht
  4. overnachten
  5. overnachten
  6. overnachten
o.v.t.
  1. overnachtte
  2. overnachtte
  3. overnachtte
  4. overnachtten
  5. overnachtten
  6. overnachtten
v.t.t.
  1. heb overnacht
  2. hebt overnacht
  3. heeft overnacht
  4. hebben overnacht
  5. hebben overnacht
  6. hebben overnacht
v.v.t.
  1. had overnacht
  2. had overnacht
  3. had overnacht
  4. hadden overnacht
  5. hadden overnacht
  6. hadden overnacht
o.t.t.t.
  1. zal overnachten
  2. zult overnachten
  3. zal overnachten
  4. zullen overnachten
  5. zullen overnachten
  6. zullen overnachten
o.v.t.t.
  1. zou overnachten
  2. zou overnachten
  3. zou overnachten
  4. zouden overnachten
  5. zouden overnachten
  6. zouden overnachten
diversen
  1. overnacht!
  2. overnacht!
  3. overnacht
  4. overnachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overnachten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stanna över natten logeren; overnachten
tillbringa natten logeren; overnachten
övernatta logeren; overnachten
- logeren

Synoniemen voor "overnachten":


Verwante definities voor "overnachten":

  1. er blijven slapen1
    • wij overnachten in een hotel1

Wiktionary: overnachten

overnachten
verb
  1. ergens de nacht doorbrengen

Cross Translation:
FromToVia
overnachten sova schlafenübernachten