Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. panisch:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor panisch (Nederlands) in het Zweeds

panisch:

panisch bijvoeglijk naamwoord

  1. panisch
    utom sig; ursinnigt; panisk; paniskt

Vertaal Matrix voor panisch:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
panisk panisch
paniskt panisch
ursinnigt panisch boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
utom sig panisch bevangen

Verwante woorden van "panisch":

  • panische