Nederlands
Uitgebreide vertaling voor permanent (Nederlands) in het Zweeds
permanent:
-
permanent (definitief; vastgesteld; vaststaand)
slutgiltigt; definitiv; definitivt; permanent-
slutgiltigt bijvoeglijk naamwoord
-
definitiv bijvoeglijk naamwoord
-
definitivt bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
-
permanent (voorgoed; definitief; onverandelijk)
för alltid; slutgiltig; evig; evigt-
för alltid bijvoeglijk naamwoord
-
slutgiltig bijvoeglijk naamwoord
-
evig bijvoeglijk naamwoord
-
evigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
permanent (altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; doorlopend; constant)
-
de permanent (permanentje)
permanentning-
permanentning zelfstandig naamwoord
-
-
de permanent (krullenkapsel)
-
de permanent (krulhaar; krullen; krulletjes)
lockigt hår-
lockigt hår zelfstandig naamwoord
-