Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal plakkertjes

Vertaal plakkertjes van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

plakkertjes:
- klistermärken
plakkertje:
- sticker; etikett
plakker:
- klistermärke; sticker; etikett

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plakkertjes (Nederlands) in het Zweeds

plakkertjes:

plakkertjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de plakkertjes (plakplaatjes; stickers; plakkers)
klistermärken
- klistermärken zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plakkertjes:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klistermärken	plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers

Verwante woorden van "plakkertjes":

plakker, plakkertje

plakkertjes vorm van plakkertje:

plakkertje [het ~] zelfstandig naamwoord

het plakkertje (sticker; label; etiket; plakker)
sticker; etikett
- sticker zelfstandig naamwoord
- etikett [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plakkertje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
etikett	etiket; label; plakker; plakkertje; sticker	beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gevoeglijkheid; label; notitiemarkering; tag; welgemanierdheid
sticker	etiket; label; plakker; plakkertje; sticker

Verwante woorden van "plakkertje":

plakkertjes, plakker

plakkertjes vorm van plakker:

plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de plakker (aanplakker)
klistermärke
- klistermärke [-ett] zelfstandig naamwoord
de plakker (sticker; label; etiket; plakkertje)
sticker; etikett
- sticker zelfstandig naamwoord
- etikett [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plakker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
etikett	etiket; label; plakker; plakkertje; sticker	beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gevoeglijkheid; label; notitiemarkering; tag; welgemanierdheid
klistermärke	aanplakker; plakker
sticker	etiket; label; plakker; plakkertje; sticker

Verwante woorden van "plakker":

plakkers, plakkertje, plakkertjes