Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. platmaken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor platmaken (Nederlands) in het Zweeds

platmaken:

platmaken werkwoord (maak plat, maakt plat, maakte plat, maakten plat, plat gemaakt)

  1. platmaken (platdrukken; pletten; fijndrukken)
    krossa; förkrossa
    • krossa werkwoord (krossar, krossade, krossat)
    • förkrossa werkwoord (förkrossar, förkrossade, förkrossat)
  2. platmaken (effenen; afplatten)
    jämna; plana; platta ut
    • jämna werkwoord (jämnar, jämnade, jämnat)
    • plana werkwoord (planar, planade, planat)
    • platta ut werkwoord (plattaar ut, plattaade ut, plattat ut)

Conjugations for platmaken:

o.t.t.
  1. maak plat
  2. maakt plat
  3. maakt plat
  4. maken plat
  5. maken plat
  6. maken plat
o.v.t.
  1. maakte plat
  2. maakte plat
  3. maakte plat
  4. maakten plat
  5. maakten plat
  6. maakten plat
v.t.t.
  1. heb plat gemaakt
  2. hebt plat gemaakt
  3. heeft plat gemaakt
  4. hebben plat gemaakt
  5. hebben plat gemaakt
  6. hebben plat gemaakt
v.v.t.
  1. had plat gemaakt
  2. had plat gemaakt
  3. had plat gemaakt
  4. hadden plat gemaakt
  5. hadden plat gemaakt
  6. hadden plat gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal platmaken
  2. zult platmaken
  3. zal platmaken
  4. zullen platmaken
  5. zullen platmaken
  6. zullen platmaken
o.v.t.t.
  1. zou platmaken
  2. zou platmaken
  3. zou platmaken
  4. zouden platmaken
  5. zouden platmaken
  6. zouden platmaken
en verder
  1. ben platgemaakt
  2. bent platgemaakt
  3. is platgemaakt
  4. zijn platgemaakt
  5. zijn platgemaakt
  6. zijn platgemaakt
diversen
  1. maak plat!
  2. maakt plat!
  3. plat gemaakt
  4. platmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor platmaken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förkrossa fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten
jämna afplatten; effenen; platmaken afdoen; afhandelen; afstrijken; beslechten; effenen; egaliseren; gelijk trekken; gelijkmaken; gladmaken; lepel afstrijken; nivelleren; planeren; rechtmaken; twist uit de weg ruimen; vlak maken
krossa fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten 'n aframmeling geven; aan stukken breken; aframmelen; afrossen; afslijpen; bedwingen; beteugelen; breken; erafslijpen; fijn drukken; fijnmaken; in bedwang houden; in de prak rijden; in elkaar rammen; in elkaar timmeren; kapotdrukken; onderdrukken; platdrukken; smashen; stukbreken; terughouden; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren; vijzelen
plana afplatten; effenen; platmaken planeren
platta ut afplatten; effenen; platmaken

Wiktionary: platmaken


Cross Translation:
FromToVia
platmaken jämna; platta till; plana ut; jämna ut even — make even