Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ploerten:
  2. ploert:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ploerten (Nederlands) in het Zweeds

ploerten:

ploerten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de ploerten
    knölar; skurkar; svinpälsar

Vertaal Matrix voor ploerten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knölar ploerten bobbels; knobbels
skurkar ploerten achterbakse personen; boeven; onbetrouwbare kerels; rabauwen; rotzakken; schoeljes; schurken; smeerlappen; smiechten
svinpälsar ploerten

Verwante woorden van "ploerten":


ploert:

ploert [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ploert (kuttenkop; hoerenjong; pleurislijder; )
    fitta
    • fitta [-en] zelfstandig naamwoord !

Vertaal Matrix voor ploert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fitta hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap kut

Verwante woorden van "ploert":


Wiktionary: ploert


Cross Translation:
FromToVia
ploert skurk; bov; niding Halunke(abwertend)
ploert slödder; pöbel; kanalje; rackare; byting; skälm canaille — péjoratif|fr (term, Collectif) vil populace.

Computer vertaling door derden: