Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plof:
  2. ploffen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plof (Nederlands) in het Zweeds

plof:

plof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plof (ontploffing; explosie; bam; knal)
    detonation; smäll; explosion; knall

Vertaal Matrix voor plof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
detonation bam; explosie; knal; ontploffing; plof
explosion bam; explosie; knal; ontploffing; plof
knall bam; explosie; knal; ontploffing; plof
smäll bam; explosie; knal; ontploffing; plof harde slag; klap; landingsklep; pets; slem

Verwante woorden van "plof":


ploffen:

ploffen werkwoord (plof, ploft, plofte, ploften, geploft)

  1. ploffen (neerploffen)
    plumsa ner; dunsa ner; dimpa ner
    • plumsa ner werkwoord (plumsar ner, plumsade ner, plumsat ner)
    • dunsa ner werkwoord (dunsar ner, dunsade ner, dunsat ner)
    • dimpa ner werkwoord (dimpar ner, dimpade ner, dimpat ner)
  2. ploffen (ontploffen; uit elkaar spatten; springen; uit elkaar springen)
    explodera
    • explodera werkwoord (exploderar, exploderade, exploderat)

Conjugations for ploffen:

o.t.t.
  1. plof
  2. ploft
  3. ploft
  4. ploffen
  5. ploffen
  6. ploffen
o.v.t.
  1. plofte
  2. plofte
  3. plofte
  4. ploften
  5. ploften
  6. ploften
v.t.t.
  1. ben geploft
  2. bent geploft
  3. is geploft
  4. zijn geploft
  5. zijn geploft
  6. zijn geploft
v.v.t.
  1. was geploft
  2. was geploft
  3. was geploft
  4. waren geploft
  5. waren geploft
  6. waren geploft
o.t.t.t.
  1. zal ploffen
  2. zult ploffen
  3. zal ploffen
  4. zullen ploffen
  5. zullen ploffen
  6. zullen ploffen
o.v.t.t.
  1. zou ploffen
  2. zou ploffen
  3. zou ploffen
  4. zouden ploffen
  5. zouden ploffen
  6. zouden ploffen
en verder
  1. heeft geplopft
diversen
  1. plof!
  2. ploft!
  3. geploft
  4. ploffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ploffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
explodera ploffen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dimpa ner neerploffen; ploffen
dunsa ner neerploffen; ploffen
explodera ontploffen; ploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen exploderen; klappen; ontploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten
plumsa ner neerploffen; ploffen

Verwante woorden van "ploffen":