Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. poen:
  2. po:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor poen (Nederlands) in het Zweeds

poen:

poen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de poen (geld)
    stålar; pengar; deg; klöver
    • stålar zelfstandig naamwoord
    • pengar zelfstandig naamwoord
    • deg [-en] zelfstandig naamwoord
    • klöver [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor poen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deg geld; poen deeg; dikke zalf; pasta
klöver geld; poen klaver
pengar geld; poen Valuta; centen; duit; duiten; financiële middelen; geldmiddelen; geldstukken; kapitaal; money; valuta
stålar geld; poen
- geld

Verwante woorden van "poen":

  • poenen, po

Synoniemen voor "poen":


Verwante definities voor "poen":

  1. munten of papier om mee te betalen1
    • heb je genoeg poen bij je?1

Wiktionary: poen


Cross Translation:
FromToVia
poen stålar Koksohne Plural; salopp scherzhaft: (bares) Geld (das jemandem verfügbar ist)
poen klöver MoosDeutschland; salopp: Geld
poen mynt; pengar argentmétal solide en conditions atmosphériques, de numéro atomique 47, de symbole chimique Ag. Connu depuis l’antiquité, ce métal blanc, ductile, est considéré comme précieux tant pour sa rareté que pour ses qualités physicochimiques.
poen mynt; pengar monnaie — économie|fr unité de mesure de la valeur et d’échange commercial (généralement émise par une institution officielle).

poen vorm van po:

po [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de po
    nattkärl

Vertaal Matrix voor po:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nattkärl po kamerpot; kamerpotten; pisbak; pisglas; urinaal

Verwante woorden van "po":


Wiktionary: po


Cross Translation:
FromToVia
po nattkärl pot de chambrevase, seau, que l’on utilise la nuit pour faire ses besoins.