Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. politiseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor politiseren (Nederlands) in het Zweeds

politiseren:

politiseren werkwoord (politiseer, politiseert, politiseerde, politiseerden, gepolitiseerd)

  1. politiseren
    politisera
    • politisera werkwoord (politiserar, politiserade, politiserat)

Conjugations for politiseren:

o.t.t.
  1. politiseer
  2. politiseert
  3. politiseert
  4. politiseren
  5. politiseren
  6. politiseren
o.v.t.
  1. politiseerde
  2. politiseerde
  3. politiseerde
  4. politiseerden
  5. politiseerden
  6. politiseerden
v.t.t.
  1. heb gepolitiseerd
  2. hebt gepolitiseerd
  3. heeft gepolitiseerd
  4. hebben gepolitiseerd
  5. hebben gepolitiseerd
  6. hebben gepolitiseerd
v.v.t.
  1. had gepolitiseerd
  2. had gepolitiseerd
  3. had gepolitiseerd
  4. hadden gepolitiseerd
  5. hadden gepolitiseerd
  6. hadden gepolitiseerd
o.t.t.t.
  1. zal politiseren
  2. zult politiseren
  3. zal politiseren
  4. zullen politiseren
  5. zullen politiseren
  6. zullen politiseren
o.v.t.t.
  1. zou politiseren
  2. zou politiseren
  3. zou politiseren
  4. zouden politiseren
  5. zouden politiseren
  6. zouden politiseren
en verder
  1. is gepolitiseerd
  2. zijn gepolitiseerd
diversen
  1. politiseer!
  2. politiseert!
  3. gepolitiseerd
  4. politiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor politiseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
politisera politiseren