Nederlands

Uitgebreide vertaling voor potten (Nederlands) in het Zweeds

potten:

potten werkwoord (pot, potte, potten, gepot)

  1. potten (oppotten; hamsteren; opzij leggen)
    lägga åt sidan; hamstra
    • lägga åt sidan werkwoord (lägger åt sidan, lade åt sidan, lagt åt sidan)
    • hamstra werkwoord (hamstrar, hamstrade, hamstrat)

Conjugations for potten:

o.t.t.
  1. pot
  2. pot
  3. pot
  4. potten
  5. potten
  6. potten
o.v.t.
  1. potte
  2. potte
  3. potte
  4. potten
  5. potten
  6. potten
v.t.t.
  1. heb gepot
  2. hebt gepot
  3. heeft gepot
  4. hebben gepot
  5. hebben gepot
  6. hebben gepot
v.v.t.
  1. had gepot
  2. had gepot
  3. had gepot
  4. hadden gepot
  5. hadden gepot
  6. hadden gepot
o.t.t.t.
  1. zal potten
  2. zult potten
  3. zal potten
  4. zullen potten
  5. zullen potten
  6. zullen potten
o.v.t.t.
  1. zou potten
  2. zou potten
  3. zou potten
  4. zouden potten
  5. zouden potten
  6. zouden potten
en verder
  1. is gepot
  2. zijn gepot
diversen
  1. pot!
  2. pot!
  3. gepot
  4. pottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

potten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het potten (in potten doen)
    lägga på burk

Vertaal Matrix voor potten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga på burk in potten doen; potten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hamstra hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
lägga åt sidan hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten

Verwante woorden van "potten":


pot:

pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pot (lesbienne)
    flata; lesbian
    • flata [-en] zelfstandig naamwoord
    • lesbian zelfstandig naamwoord
  2. de pot (vat; barrel; ton; )
    hink; fat
    • hink [-en] zelfstandig naamwoord
    • fat [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. de pot (wedstrijd; partij; concours; strijd)
    förehavande; tävling; spel; match; kamp
    • förehavande [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tävling [-en] zelfstandig naamwoord
    • spel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • match [-en] zelfstandig naamwoord
    • kamp [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de pot (speelgeld; poule; inzet)
    insatser; spelpengar
  5. de pot (kookpot)
    kastrull

Vertaal Matrix voor pot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fat bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat bassin; bekken; theeschoteltje; waterbekken
flata lesbienne; pot
förehavande concours; partij; pot; strijd; wedstrijd
hink bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat schepemmers
insatser inzet; pot; poule; speelgeld geld inzetten; inzetten
kamp concours; partij; pot; strijd; wedstrijd gevecht; geworstel; kamp; strijd; worsteling
kastrull kookpot; pot ketel; kookketel; steelpan; stoofpan
lesbian lesbienne; pot
match concours; partij; pot; strijd; wedstrijd match
spel concours; partij; pot; strijd; wedstrijd Gambling; beurt; game; matches; partijtje; potje; rondje; set; spel; spelletje; wedstrijdje
spelpengar inzet; pot; poule; speelgeld
tävling concours; partij; pot; strijd; wedstrijd competitie; hardloperij; prijsvraag; race; wedloop van hardlopers

Verwante woorden van "pot":


Verwante definities voor "pot":

  1. geld dat ingezet wordt bij een spel1
    • ik heb de pot gewonnen1
  2. lage schaal om in te plassen1
    • hij zet de kleuter op de pot1
  3. vat van aardewerk of glas1
    • hebben we nog een pot appelmoes?1

Wiktionary: pot


Cross Translation:
FromToVia
pot flata dyke — lesbian
pot gryta pot — vessel
pot kärl Topf — kleines Gefäß
pot gryta; kastrull TopfKurzform für: Kochtopf
pot skål; stop; ; urna; kista; lår; färja bac — Traductions à trier suivant le sens
pot skål; stop; ; urna; kar baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
pot vas; kanna potvase de terre ou de métal servant à divers usages.
pot nattkärl pot de chambrevase, seau, que l’on utilise la nuit pour faire ses besoins.

Verwante vertalingen van potten