Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. prat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prat (Nederlands) in het Zweeds

prat:

prat bijvoeglijk naamwoord

  1. prat (trots; groots; glorieus; fier; flink)
    högfärdigt; stolt; uppblåst

Vertaal Matrix voor prat:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
högfärdigt fier; flink; glorieus; groots; prat; trots hanig; kwasterig; nuffig; verwaand
stolt fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
uppblåst fier; flink; glorieus; groots; prat; trots opgepompt

Wiktionary: prat


Cross Translation:
FromToVia
prat stolt altier — Qui est d’une fierté impérieux.
prat stolt fier — Qui éprouve une satisfaction d’amour-propre souvent fondée.