Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. privileges:
  2. privilege:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor privileges (Nederlands) in het Zweeds

privileges:

privileges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de privileges (voorrechten)
    förmån; privilegier

Vertaal Matrix voor privileges:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förmån privileges; voorrechten bevoorrechting; vergoeding
privilegier privileges; voorrechten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förmån preferent

Verwante woorden van "privileges":


privileges vorm van privilege:

privilege [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het privilege
    privilegium; ensamrätt
  2. het privilege
    privilegium

Vertaal Matrix voor privilege:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ensamrätt privilege bevoorrechting
privilegium privilege bevoegdheid; bevoorrechting; voorrecht

Verwante woorden van "privilege":


Wiktionary: privilege


Cross Translation:
FromToVia
privilege privilegium privilègefaculté accordée à un particulier ou à une communauté de faire quelque chose ou de jouir de quelque avantage qui n’est pas de droit commun.