Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. prullen:
  2. prul:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prullen (Nederlands) in het Zweeds

prullen:

prullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de prullen
    sopor
    • sopor zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prullen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sopor prullen afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; rotzooi; voddengoed; vuilnis; vullis

Verwante woorden van "prullen":


prul:

prul [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het prul (vod; homp; flard; )
    skräp; lump
    • skräp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • lump [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lump flard; homp; lap; lor; prul; vod; vodje
skräp flard; homp; lap; lor; prul; vod; vodje afval; junk; kaf; ongewenste e-mail; prullaria; rommel; rotzooi; strooisel; vuilnis

Verwante woorden van "prul":


Wiktionary: prul


Cross Translation:
FromToVia
prul skräp trash — something of poor quality