Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal pupillen

Vertaal pupillen van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

pupillen:
- studenter; elever
pupil:
- elev; lärling
Wiktionary:
- pupil → pupill

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pupillen (Nederlands) in het Zweeds

pupillen:

pupillen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de pupillen (scholieren; leerlingen; studenten)
studenter; elever
- studenter zelfstandig naamwoord
- elever zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pupillen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elever	leerlingen; pupillen; scholieren; studenten
studenter	leerlingen; pupillen; scholieren; studenten

Verwante woorden van "pupillen":

pupil

pupillen vorm van pupil:

pupil [de ~] zelfstandig naamwoord

de pupil (jonge leerling)
elev
- elev [-en] zelfstandig naamwoord
de pupil (jongmaat; maatje; leerknecht)
elev; lärling
- elev [-en] zelfstandig naamwoord
- lärling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pupil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elev	jonge leerling; jongmaat; leerknecht; maatje; pupil	jongmaatje; leerling; scholier; studente; volontair; vrouwelijke student
lärling	jongmaat; leerknecht; maatje; pupil	jongmaatje; kwekeling; leerjongen; volontair

Verwante woorden van "pupil":

pupillen

Wiktionary: pupil

Cross Translation:

From	To	Via
• pupil	→ pupill	↔ pupil — the hole in the middle of the iris of the eye